W.O. dieren in de winter

Om de leerlingen actief te betrekken bij de leerstof dieren in de winter heb ik dat aangebracht aan de hand van een groepswerk met doorschuifsysteem. De leerlingen van het tweede leerjaar vonden het een héél leuke les, daarom deel ik graag mijn ideeën en materiaal op deze blog.

1. Standvogels en trekvogels
   proefje : De leerlingen onderzoeken in groep het verschil tussen een donsveertje en een andere veer. Het verschil in warmte is snel voelbaar.Vervolgens wordt het verschil tussen stand en trekvogels duidelijk aan de hand van een lesfiche. Om het aanschouwelijk te maken had ik zowel een vogelhuisje als vetbol mee. Om de leerstof te verwerken probeerden de lln enkele bekende vogelprenten (met benaming) in te delen in de juiste kolom (stand -of trekvogel).
   
2. Wintervacht
   Aan de hand van een lesfiche en enkele foto’s ontdekken de leerlingen wat er met de vacht gebeurt van:  hermelijnen, wolven en vossen.
   Bij de hermelijn wordt de vacht wit. Zo wordt hij in de sneeuw minder zichtbaar voor predatoren. Wolven en vossen krijgen duidelijk een dikkere vacht.Ook vet zorgt ervoor dat de warmte behouden blijft. Om dit aan te tonen deden we een proefje. Elke leerling smeerde één vinger met vaseline in. Vervolgens steken ze de besmeerde vinger én dezelfde vinger van het ander hand in koud water. Het resultaat tussen de twee vingers is duidelijk voelbaar!
   Natuurlijk komt hier wat organisatie bij te pas en voorzie je als leerkracht best genoeg doekjes om de vaseline weg te krijgen.
   
3.  Winterrust en winterslaap
   Aan de hand van een educatief filmpje leren de leerlingen het verschil tussen een winterslaap en een winterrust. Als verwerkingsopdracht voorzag ik een memory spel. Je krijgt pas een punt wanneer je een paar gevormd hebt én kan vertellen of het dier een winterslaap of winterrust houdt.
4. huisdieren en boerderijdieren
   De leerlingen lezen eerst de lesfiche. Daar staat duidelijk omschreven dat zowel huis – als boerderijdieren door de mens beschermd en gevoed worden. Huisdieren als : vissen, schildpadden en katten leven gewoon thuis. Boerderijdieren als : koeien, paarden en varkens overwinteren in een stal.Als verwerkingsopdracht kregen de kinderen een heleboel stempels met dieren op die ze bij de juiste plattegrond stempelden. (de slang hoort thuis in de zoo, de hond in een hok, het paard overwintert in een stal, …)
   
5. Als afronding had ik voorzien om een vetbol of pindaketting te maken. Door de terreurdreiging die toen heerste mochten we echter niet naar het park naast de school om deze op te hangen. Daarom heb ik er een leuke quiz van gemaakt aan de hand van een “dieren in de winter” reportage van klokhuis.
   Organisatie : Om het groepswerk goed en georganiseerd te laten verlopen kreeg iedereen een eigen taakje toegewezen. Aan het bord hing een verkeerslicht dat ik als geluidsmeter gebruik en een timer. Voor de aanvang van de les heb ik de leerlingen duidelijk gemaakt dat ze op een zachte toon met elkaar mogen overleggen. Ik wijs steeds op het waarom van de zaken zodat de leerlingen deze regels gemakkelijker opvolgen. In dit geval is het belangrijk dat ze allemaal op een zachte/ normale toon tegen elkaar praten omdat ze elkaar anders niet meer verstaan wanneer iedereen luid begint te roepen door de klas.

Advertentie